Nationale Heldendag
7 november 2019
Deze dag was het Nationale Heldendag, een moment waarop mensen die zich inzetten voor de ander, vaak zelfs met gevaar voor eigen leven, in het zonnetje worden gezet. De commissaris van de Koning in Zuid-Holland is qualitate qua ook de voorzitter van het Carnegie Heldenfonds. Het is één van de nevenfuncties van Jaap Smit.
Jaap Smit: “Ik heb een aantal nevenfuncties die op mijn tafel liggen en die ik oppak. Het voorzitterschap van het Carnegie Heldenfonds hoort bij het ambt van commissaris van de Koning in Zuid-Holland. Als directeur van Slachtofferhulp Nederland heb ik voor het eerst gehoord van het Carnegie Heldenfonds. Ik dacht: wat goed. Ik heb dus aan andere kant gestaan, van mensen die geholpen zijn en nu zit ik in het bestuur van het Carnegie Heldenfonds als voorzitter, wat mooi.
Dit is echt wel een onderwerp dat mij bezighoudt: in hoeverre zijn wij verantwoordelijk voor elkaar in deze samenleving. Leven we nou langs elkaar heen of zijn we er ook voor elkaar? Om het bijbels te zeggen: ben ik mijn broeders hoeder? Antwoord is: ja.
En gelukkig vertalen mensen dat in soms hele ernstige situaties en denken ze er geen moment over na, maar springen iemand achterna het water in of lopen een brandend huis in, om mensen te redden. Ik zeg niet dat iedereen de held moet willen uithangen, maar het getuigt wel van je inzet voor de ander, voor de samenleving, maar in dit geval dan voor de ander die in nood is.
Ultieme participatie
Per jaar worden 60 à 70 mensen gedecoreerd, eigenlijk altijd op lokaal niveau, nadat wij als Carnegie Heldenfonds die medaille of oorkonde hebben goed gevonden. We praten over meer eigenaarschap in de samenleving, zodat mensen zich niet of minder als een klant of consument opstellen. We praten over de participatiesamenleving, een pleonasme, want in een samenleving leef je met elkaar, maar goed, als dat de trend is, dan is wat gedecoreerden doen een uitgelezen voorbeeld van ultieme participatie. Ik vind dat mooi en daarom brengen we al deze goede daden één keer per jaar onder de aandacht met een Nationale Heldendag.
Ik hoop dat we dat ook de komende jaren zo kunnen voortzetten, want op zo’n dag worden de helden geëerd en er zijn goede sprekers. Dit jaar waren er mooie verhalen van politiechef Frank Paauw, de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen, en vicepremier Hugo de Jonge. Ik mag zelf ook altijd iets vertellen. Al met al was het een hele mooie bijeenkomst in de Glazen Zaal in Den Haag. En de Nationale Heldendag wordt in de media ook altijd goed opgepikt, in kranten, op de radio, de TV. Ik zat ’s avonds in de ‘late night talk show’ van Beau, samen met gedecoreerde helden, dat was ook mooi.
Ik vind het heel normaal dat iemand in een positie als ik heb ook zijn tentakels heeft in de samenleving en dat kan heel goed in de vorm van nevenfuncties. Ik draag voor een paar belangrijke dingen graag verantwoordelijkheid. Ik heb een aantal qualitate qua-nevenfuncties, zoals het voorzitterschap van het Carnegie Heldenfonds. Het vicevoorzitterschap van het Nationaal Comité 4/5 mei is ook een functie die bij mijn ambt als commissaris hoort en hetzelfde zou je kunnen zeggen voor mijn functie als voorzitter Nationaal Comité Veteranendag.
Capaciteiten
Ik heb een paar dingen die niet per se met mijn functie te maken hebben, maar wel gewoon dicht tegen mij aan liggen. Ik ben voorzitter van het CIO, het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, zeg maar de belangenorganisatie van 31 kerkgenootschappen en religieuze groeperingen, van katholiek tot joods en van Leger des Heils tot de PKN. Dit is een functie die past bij wie en wat ik ben. Ik ben actief voor Bartiméus, een grote zorginstelling voor mensen met een visuele handicap. Dat hoort dan niet bij mijn commissarisschap, maar ik vind het niet gek om mijn capaciteiten ook aan te wenden voor zoiets. Ik zit aan tafel met nabestaanden van de MH17, dat heeft te maken met mijn verleden als directeur Slachtofferhulp NL. Ik heb nog een mooie functie als voorzitter van de Raad van Toezicht Verweij-Jonker Instituut, gerenommeerd op het gebied van sociaal-maatschappelijk onderzoek. Dat is vorig jaar gestart. En ik denk mee over het profiel van de Volksbank, een maatschappelijk verantwoorde bank, die nog geheel in eigendom is van de Staat.
Als ik het zo opnoem, dan lijkt dat wellicht veel, maar in de praktijk valt het mee. Niet alles vraagt evenveel tijd van mij. Ik vind: het is wel normaal dat je je maatschappelijke rol pakt. Het is net als met drank, je moet het met mate doen. En, ik vind het ook leuk. Bovendien, die werelden die ik bezoek die bevruchten elkaar ook en men wil ook van mij dat ik een breed netwerk heb.
Het accepteren van een nevenfunctie doe ik in samenspraak met de Staten. Ik leg de fractievoorzitters mijn voornemen voor en als dit op grote bezwaren zou stuiten, zie ik er vanaf. Tot nu toe heb ik steeds gehoord van het gros van de mensen: ‘Jaap, dit past bij jou, doe dat, maar hou wel je tijd in de gaten.’ Soms heb ik het even heel erg druk.”