Nieuwjaarsreceptie
9 januari 2019
Op deze dag stond de nieuwjaarsreceptie van de provincie Zuid-Holland in de agenda. Een belangrijk netwerkmoment, waar Jaap Smit altijd een inspirerende toespraak houdt, met in 2019 een pleidooi voor meer aandacht voor onze democratie. (De toespraak is als YouTubefilm aan dit Jaaroverzicht 2019 toegevoegd). Het versterken en onderhouden van zijn netwerk en dat inzetten voor de provincie Zuid-Holland is voor de commissaris een belangrijk deel van zijn werk. En dat hij vaak een toespraak houdt, waarin hij richting en duiding geeft, vindt hij belangrijk en ook aangenaam.
Jaap Smit: “Present zijn, zichtbaar, een verhaal vertellen, ja, dat doe ik graag. Ik ben ook een verhalenverteller. Het is mooi om namens de provincie op te treden op vele podia en daarnaast in gesprek te gaan met vele mensen. Dat werpt ook zijn vruchten af. Die netwerkbijeenkomsten zijn daarom momenten die goed bij mij passen. Ik investeer heel veel in relaties met mensen en dat vind ik ook een van de leukste dingen van dit werk. Ik heb een heel breed repertoire aan ervaringen en verhalen die ik ook kan gebruiken om duidelijk te maken wat ik in deze baan belangrijk vind. De belangstelling voor de nieuwjaarsreceptie groeit elk jaar. Dat is niet, omdat de bitterballen zo goed zijn en ook niet alleen omdat ik een goed verhaal vertel, maar wel omdat het een mooie compositie is, met veel relaties bij elkaar, en daar speel ik ook een belangrijke rol in.
Het verhaal dat ik op de nieuwjaarsreceptie vertel is echt van mijzelf. In 2019 was de kern van mijn betoog dat het cruciaal is dat we meer aandacht hebben voor het belang van democratie en rechtsstaat. Over de inzet die dat vraagt, van ons allemaal, overheid en samenleving. Democratie is kwetsbaar.
Als democratie is dat de macht bij het volk ligt, dan moet je als volk ook de verantwoordelijkheid dragen die macht op een goede manier uit te voeren. Kijk, politiek en bestuur is niet een potje straatvoetbal waarbij we met een paar mensen uit de buurt een paar bakstenen op de weg zetten en gezellig met elkaar gaan voetballen. Het echte voetbal wordt gespeeld, en dat is waar we waar we allemaal naar kijken, door mensen die lid zijn van een voetbalvereniging, die investeren in hun techniek om goed voetbal te laten zien. Dat is voor politiek en bestuur net zo. Het is gewoon een vak, een kunde.
In Nederland is ongeveer 2,5 procent van de inwoners lid van een politieke partij. Dat komt misschien wel doordat het over het algemeen heel erg goed met ons gaat. En ja, misschien dat de politieke belangstelling gaat groeien, omdat het in deze tijd over belangrijke zaken gaat, waarmee keuzes gepaard gaan. Dat zo weinig mensen lid van politieke partijen is echter wat wij ons allemaal zouden moeten aantrekken. Als wij met elkaar willen dat wij op een ordentelijke manier de democratie in stand houden, dan moeten we de instrumenten die daarbij horen onderhouden. En daar zijn politieke partijen een onderdeel van. Dat moet je niet afdoen als kartelvorming of elite, nee, zoals ik naar school ben geweest om uiteindelijk me te bekwamen om een beroep uit te oefenen, zijn politieke partijen ook voor een deel de scholen waarin mensen groeien naar een openbare bestuurlijke functie. Men onderschat vaak het belang van een vijver die goed gevuld moet zijn. Dus wordt nou gewoon lid van een partij. Zoveel geld hoeft je dat niet te kosten.
De mensen in politiek en bestuur, degenen die het mandaat moeten krijgen, moeten natuurlijk wel met een goed verhaal komen. En dan moet het niet een verhaal zijn waarin u alleen maar naar de mond gepraat wordt. Nee, dat moet een richtinggevend verhaal zijn waar ik me mee kan identificeren. Een goed doordacht, motiverend verhaal. En daarbij hoort dat politici en bestuurders ook durven te zeggen: ‘Jaap ik snap dat je dit wil, maar als je even nadenkt, is dat toch een betere weg en daarom roep ik dit’. Ja, daar heb ik geen moeite mee.
Demonstraties
We leven in een tijd van politieke polarisatie. Het vraagt veel van ons, want in een grenzeloze wereld lopen we met elkaar tegen grenzen op. Dat gaat met heftigheid gepaard, in de samenleving en ook op het plein van de provincie. 2019 was een jaar, waarin we veel demonstraties hebben gezien, van bouwers, boeren en anderen. Ik snap ook wel waarom het nu plaats vindt, dat komt, dat zeg ik heel vaak, omdat we in een tijd leven waarin hele grote fundamentele vragen gesteld worden en we ook echt reële problemen hebben, zoals het stikstofdossier.
Bij al die grote spanningen en vraagstukken komt de provincie steeds meer in beeld, omdat het gaat over kwesties die op het terrein liggen waar de provincie ook over gaat. Ik heb het zelfs aan mijn eigen ouders moeten uitleggen. Mijn vader vroeg me: ’Heb jij dan iets met stikstof te maken?’ Ja vader, daar zit ik middenin. Het is namelijk de ‘core business’ van de provincie om zich met milieuzaken bezig te houden.’ Zo gezien is het logisch dat je als middenbestuur meer van de spanning in de samenleving gaat voelen, dat er groepen op weg naar het provinciehuis komen om hun stem te laten horen, wat op zich hun goed recht is.”